Afrika heeft eenhoorns gebouwd in fintech, mobiliteit en handel, maar waar zijn de wereldwijde Software-as-a-Service (SaaS) giganten?
Ik heb me afgevraagd waarom Afrikaanse startups geen SaaS-producten bouwden zoals hun Indiase tegenhangers. We hebben het technische talent, kostenvoordelen en toegang tot wereldwijde ideeën. Maar waarom zien we niet meer Slack-, Notion- of HubSpot-equivalenten uit Lagos, Nairobi of Accra komen, concurrerend geprijsd, maar lokaal gebouwd?
Na verloop van tijd besefte ik dat de vraag niet over capaciteit gaat; het gaat om focus. De meeste Afrikaanse startups lossen diep lokale problemen op, en met een goede reden. Over het hele continent liggen de grootste kansen vaak in infrastructuurkloven: betalingen, logistiek, mobiliteit, energie en gezondheidszorg.
Technologie wordt hier gezien als een ontwikkelingsinstrument, een brug naar inclusie en impact. Dus natuurlijk worden onze slimste oprichters aangetrokken tot de moeilijkste lokale problemen, die welke economieën ervan weerhouden soepel te functioneren.
Maar die focus brengt een afweging met zich mee. Lokale problemen vertalen zich niet altijd naar wereldwijde producten. Als je oplossing afhankelijk is van mobiele geldintegratie of is gebouwd om onregelmatige stroomvoorziening of gebrek aan krediet op te lossen, wordt opschaling buiten Afrika moeilijker, tenzij je opschaalt naar andere opkomende markten (bijv. Zuidoost-Azië, Latijns-Amerika) met vergelijkbare uitdagingen.
De echte vraag is dan niet of we voor de wereld kunnen bouwen; het is of we ervoor kiezen om dat te doen. Omdat het bouwen van wereldwijde SaaS-producten een mentaliteitsverandering vereist: overstappen van het oplossen van lokale pijnpunten naar het oplossen van universele problemen, vaak abstract, software-first, en niet gebonden aan geografie, infrastructuur of marktactiviteiten.
Dat betekent nadenken over teamsamenwerking, productiviteit, platforms, workflowoptimalisatie of klantbetrokkenheid op manieren die overal resoneren, niet alleen binnen de beperkingen van Afrika.
Afrika's grootste voordeel is geen goedkope arbeid, het is een creatieve beperking. Het bouwen van producten in omgevingen waar stroomuitval, bandbreedte daalt en valuta's fluctueren, dwingt teams om te ontwerpen voor betrouwbaarheid en veerkracht.
Diezelfde ontwerpinstincten zijn nu wereldwijde sterke punten. In Zuidoost-Azië, Latijns-Amerika en zelfs delen van Oost-Europa worden gebruikers geconfronteerd met vergelijkbare realiteiten: onbetrouwbaar internet, low-end apparaten en onvoorspelbare infrastructuur. Wat werkt in Nairobi kan vaak werken in Manilla of São Paulo.
Een ander stil voordeel is talent. Meer dan 700.000 softwareontwikkelaars werken over het hele continent, velen van hen bouwen voor internationale klanten of werken met wereldwijd gedistribueerde teams. Afrikaanse ingenieurs leren software te ontwerpen, testen en leveren volgens wereldwijde normen, vaak voor klanten die nog nooit voet op het continent hebben gezet. Het is de basis van een nieuw soort vertrouwen: bouwen voor de wereld, niet alleen vanuit de wereld.
En dan is er de marktcomplexiteit. De meeste Afrikaanse startups breiden zich vroeg uit over meerdere landen en navigeren door nieuwe valuta's, regelgeving en consumentengedrag in elk land. Fintech-bedrijven zoals Flutterwave, Wave en MFS Africa breidden zich zeer vroeg uit over Afrikaanse markten en werden gedwongen om multi-valuta-architectuur, compliance-workflows en grensoverschrijdende productstructuren te bouwen als een vroege noodzaak en niet als een late uitbreidingsstrategie.
Dat soort gedwongen aanpassingsvermogen geeft Afrikaanse oprichters vanaf het begin een multi-landmentaliteit. In veel opzichten oefent een Afrikaanse productmanager die jongleert met compliance in Nigeria, Ghana en Kenia al wat nodig is om een wereldwijde SaaS-operatie te runnen.
Samen maken deze drie ingrediënten, beperking, capaciteit en complexiteit, Afrika uniek uitgerust om software te bouwen die reist. Producten die worden gevormd door moeilijke omgevingen zijn doorgaans slanker, betrouwbaarder en gemakkelijker op te schalen. Dat is een voordeel.
Er is niets mis met beginnen door te kopiëren wat werkt. Replicatie, gedaan met een doel, kan een snelweg zijn naar leren.
De echte test is of je kunt aanpassen wat je kopieert aan de realiteiten om je heen en imitatie in innovatie kunt veranderen.
Een goedkopere Slack, gebouwd in Afrika, klinkt misschien als een kostenstrategie: €4 per gebruiker in plaats van €9. Maar de echte kans ligt niet in het onderbieden van prijzen; het ligt in het heroverwegen van ontwerp. Stel je een samenwerkingstool voor die naadloos werkt, zelfs wanneer de bandbreedte daalt, uitnodiging via telefoonnummer toestaat (niet alleen via e-mail), bestanden automatisch comprimeert, integreert met WhatsApp voor hybride teams en mobiele geldbetalingen accepteert. Dat is geen kloon, dat is contextgedreven innovatie.
Dit is wat Cynoia, een Tunesische startup, doet. Het begon als een teamwerkruimte gebouwd voor de connectiviteitsuitdagingen van Afrika, lichtere bestandsoverdrachten, offline mogelijkheden en mobile-first workflows. Het resultaat? Een product dat niet alleen Afrikaanse teams bedient, maar ook wereldwijde NGO's, externe bedrijven en gedistribueerde teams in opkomende markten. Door eerst op te lossen voor zijn moeilijkste omgeving, bouwde Cynoia iets dat veerkrachtig genoeg is voor iedereen anders.
We hebben dit verhaal eerder gezien in andere markten. Canva heeft geen ontwerpsoftware uitgevonden; Adobe deed dat. Maar Canva begreep dat de meeste mensen geen complexiteit van ondernemingsniveau nodig hadden. Ze hadden een snellere, eenvoudigere manier nodig om online te ontwerpen zonder high-end hardware of training. Door ontwerptools opnieuw te bedenken voor toegankelijkheid, veranderde Canva een lokale frustratie in een wereldwijde categorie.
Afrikaanse startups kunnen hetzelfde doen. Het doel is niet om Silicon Valley te overtreffen in functies, het is om het te overtreffen in aanpassing. Wanneer we bouwen met de beperkingen van Afrika in gedachten, beperkte data, lage geletterdheid en hoge kostengevoeligheid, lossen we niet alleen op voor lokale gebruikers; we lossen op voor het volgende miljard wereldwijde gebruikers die dezelfde realiteiten onder ogen zien.
_____
Olumide Durotoluwa is een Productleider met ervaring in het bouwen en opschalen van digitale producten in fintech, cleantech en SaaS op Afrikaanse markten. Momenteel is hij Senior Product Manager bij M-KOPA, waar hij een instrumentele rol speelt in het aandrijven van productstrategie en groei.


